Het boek "Brieven naar de groene hel"   

De aanleiding

Op de veranda van het paviljoen van het Dutch Doctors Camp in Mto Wa Mbu tijdens een vakantie in Tanzania ontstond het idee, in de zomer van 2009. Door de hernieuwde kennismaking met Tanzania – na 25 jaar – kwamen allerlei herinneringen naar boven van de enerverende en gedenkwaardige periode 1982 tot 1985, toen de schrijver voor zijn bedrijf uitgezonden was naar een olie-exploratieproject in Nieuw-Guinea terwijl zijn vriendin en huidige vrouw als tropenarts in een missieziekenhuis in Tanzania werkte. Voldoende stof voor een verhaal, temeer daar dit enkele spannende gebeurtenissen omvatte. Na terugkomst van de vakantie in Tanzania zochten ze de vele brieven van toen bij elkaar die ze nog hadden bewaard. Daarna kwam het moeizame schrijfproces dat drie jaar heeft geduurd.


Het verhaal

Tanzania holde in het begin van de jaren tachtig van de twintigste eeuw economisch achteruit. Het onder president Nyerere gevoerde beleid, hoe goed bedoeld ook, leidde tot een onmogelijke situatie. Er was gebrek aan eerste levensbehoeften en benzine, de overheid functioneerde nauwelijks, er was een welig tierende zwarte markt.
Tegen deze achtergrond ging Gé aan de slag in een missieziekenhuis in Bukumbi, vlak bij Mwanza aan het Victoriameer, een ziekenhuis dat in de regio een belangrijke functie vervulde. Ze deed vele operaties, introduceerde nieuwe behandelmethoden voor tb en lepra, leidde gezondheidswerkers op voor de mobiele posten, haalde de 'flying doctors' binnen, bouwde de moeder- en kindzorg uit en had de laatste anderhalf jaar van haar aanstelling de algemene leiding in het ziekenhuis.

Het Indonesische deel van Nieuw-Guinea heette toen Irian Jaya. Hier werkte de schrijver in soms uitdagende omstandigheden aan spectaculaire projecten die te maken hadden met de zoektocht naar aardolie in het gebied bij de Mamberamorivier. Dit ging om seismisch onderzoek, op land en op zee, het verkennen en karteren van de binnenlanden, het graven van kanalen en het doen van proefboringen.

In die jaren was Soeharto de president van Indonesië. Sinds de overdracht van het westelijk deel van Nieuw-Guinea van Nederland aan Indonesië in 1962 was hier een rebellenbeweging actief, de Organisasi Papua Merdeka (OPM), die streefde naar onafhankelijkheid van Indonesië. De OPM opereerde voornamelijk in het gebied dicht bij Papua New Guinea. De mogelijkheid van OPM-interventies tijdens de exploratiewerkzaamheden werd weliswaar onderkend, maar toch gezien als een onwaarschijnlijk scenario. Totdat de schrijver zich ten zuidoosten van de Mamberamodelta verder het binnenland in waagde..

Een rode draad in deze avontuurlijke periode vormde het onderhouden van de “latrelatie”, wat gepaard ging met ingewikkelde en enerverende reizen. Reizen tussen twee heel verschillende derde werelden; reizen ook tussen de zakelijkheid van het bedrijfsleven en de bevlogenheid van de ontwikkelingshulp, met hun contrasten, maar ook met hun overeenkomsten.

In 2009 zijn ze met hun beide zonen terug geweest naar Tanzania en hebben het missieziekenhuis weer bezocht. Daarbij deden ze een verrassende ontdekking.







De helikopter landde op het helipad. We stonden een minuut met draaiende rotor maar zagen niets. Ik had verwacht dat Benny wel klaar zou staan om te helpen bij het uitladen. Wat raar. Ik stapte uit, keek rond maar zag alleen omgezaagde bomen. Er stond geen zuchtje wind, het traag stromende water in de rivier was het enige dat bewoog. Plotseling kwamen in een ruime cirkel rond de helikopter twintig tot dertig wild springende Papoea's tevoorschijn, uit het niets. Ze schreeuwden. Sommigen waren fel beschilderd en zwaaiden met hun pijl en boog. Anderen hadden delen van groene uniformen aan en richtten hun geweer.